Het Trippenhuis bleef tot begin negentiende eeuw in eigendom van de familie Trip. De familie behoorde tot de superrijken van de Gouden eeuw. Vanaf 1812 kreeg het een geheel nieuwe bestemming toen Lodewijk Napoleon er het door hem in 1808 opgerichte Koninklijk Instituut van Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten in vestigde, de voorloper van de huidige Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. In de periode 1815 tot 1885 was het Rijksmuseum in het Trippenhuis gevestigd. Tot op heden is het Trippenhuis de zetel van de Akademie gebleven.
Een opmerkelijk aspect van het Trippenhuis is dat aan de buitenkant bijna niet zichtbaar is dat zich achter de gevel twee woonhuizen bevinden. De scheidingsmuur is achter de middelste ramen van de uit natuursteen opgetrokken gevel geplaatst. Deze vensters waren oorspronkelijk geblindeerd.
De gevel is zeer uitbundig gedecoreerd. De acht zeer hoge Korinthische pilasters van Bentheimer zandsteen trekken de aandacht. In het fronton op de voorgevel is het familiewapen te zien, geflankeerd doorkanonnen en kogels. De op het dak prijkende schoorstenen hebben de vorm hebben van mortieren. Deze schoorstenen verwijzen naar de handel in kanonnen van de familie Trip. De combinatie van wapentuig en olijftakken in het beeldhouwwerk is opvallend, het is een verwijzing naar de metafoor ex bello pax, uit oorlog komt vrede voort. De Trippen werden gezien als vredebrengers, doordat zij de wapens leverden voor de vrede.
Na een jarenlange verbouwing zijn het Trippenhuis en zijn omgeving klaar voor de 21ste eeuw. Eerdere liefdeloze ingrepen zijn teruggedraaid en in de vijf panden kan de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen nu comfortabel werken. Het logo van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) met het gestileerde classicistische front van het monumentale Trippenhuis aan de Kloveniersburgwal is niet volledig meer. Kennelijk heeft de KNAW ingezien dat een aanpassing nodig is, want op de visitekaartjes staat nu het hele complex, dat maar liefst vijf panden omvat. In verschillende stijlen en elk met een eigen allure.
Een complex complex, zegt architect Uri Gilad van Office Winhov terecht. Zie maar eens een eenheid te smeden uit dit allegaartje. Het heeft dan ook vijf jaar geduurd om de verbouwing tot een goed einde te brengen. Er werd gesloopt om meer logica in de indeling tot stand te brengen. Vier van de vijf panden hebben nu een eigen ingang, het meest noordelijke voor de fellows − academici uit de hele wereld die hier langdurig verblijven. Het zuidelijke pand is voor medewerkers; het Trippenhuis voor leden van de KNAW en congresgangers.
De meeste aandacht ging uit naar het minst aantrekkelijke deel van het complex, nummer 27 van Frank Sevenhuijsen, dat rond 1965 naast het Vingboons monument werd gewurmd. Van de medewerkers van de KNAW kreeg de grote congreszaal uit 1983 in de tuin de bijnaam ‘het crematorium’.
Grote glazen ramen gevat in brons nodigen uit de tuin binnen te gaan. De muur van de kubusvormige aanbouw in de tuin is overdekt met wingerd en er is een dak van gras. Een naargeestig zaaltje is getransformeerd tot een auditorium waar academici volwaardige presentaties kunnen geven.
Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.
Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.
Foto's of andere informatie vande panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.